Vitale functies en lichaamstemperatuur
Basiskennis
Voorbereiding:
Ademhaling
- Je benoemt de vier kwaliteiten van de ademhaling (1).
- Je legt uit hoe je de ademhaling van een zorgvrager meet, interpreteert en actie onderneemt bij afwijkende waarden (2).
Circulatie
- Je benoemt de kwaliteiten van de polsslag (1).
- Je legt uit hoe je de hartslag van een zorgvrager meet, interpreteert en actie onderneemt bij afwijkende waarden (2).
- Je benoemt de verschillende meethulpmiddelen voor de polsslag en de bloeddruk (1).
- Je legt uit hoe je de bloeddruk van een zorgvrager meet, interpreteert en actie onderneemt bij afwijkende waarden (2).
- Je benoemt de meestvoorkomende oorzaken van een te hoge en een te lage bloeddruk (1).
- Je legt uit hoe je de bloeddruk op betrouwbare wijze meet (2).
- Je benoemt welke problemen je kunt ervaren bij de tensiemeting en hoe je deze oplost (1).
Lichaamstemperatuur
- Je beschrijft hoe de lichaamstemperatuur geregeld wordt (1)
- Je legt de begrippen kerntemperatuur, verhoging, koorts en ondertemperatuur uit (2).
- Je benoemt veelvoorkomende oorzaken van een te hoge en een te lage temperatuur (1).
- Je beschrijft de verschillende fasen van temperatuurstijging (1).
- Je legt uit op welke manieren je de lichaamstemperatuur kunt meten (2).
- Je legt uit hoe je de lichaamstemperatuur van een zorgvrager meet, interpreteert en actie onderneemt bij afwijkende waarden (2).
Bewustzijn
- Je beschrijft hoe je afwijkingen in het bewustzijn signaleert (1).
- Je benoemt verschillende oorzaken van afwijkingen in het bewustzijn (1).
- Je legt uit welke meetinstrumenten je kunt inzetten om het bewustzijn te meten (2).
Methodisch werken
- Je benoemt op welke manieren je gegevens kunt verzamelen over de vitale functies (1).
- Je benoemt hoe je gegevens op de juiste manier registreert (1).
- Je legt uit hoe je observaties met de zorgvrager en naastbetrokkenen bespreekt (2).
- Je benoemt factoren die iets zeggen over de gezondheidstoestand van de zorgvrager (1).
- Je legt uit welke maatregelen je kunt nemen bij afwijkingen in de vitale functies (2)
- Je benoemt indicaties voor het meten van de vitale functies (1).
- Je legt en hoe je verschillende observaties verricht bij zorgvragers met astma of COPD (2).
Tijdens de les:
- Je meet en interpreteert de vitale functies van een zorgvrager en onderneemt de juiste actie bij afwijkende waarden (3).
- Je gaat bij het bewaken van de vitale functies zorgvuldig om met de eigenheid en privacy van de zorgvrager (3).
- Je registreert de gegevens op de juiste manier(3).
- Je bespreekt de observaties met de zorgvrager en naastbetrokkenen (3)
- Je verricht verschillende observaties bij zorgvragers met astma of COPD (3).
|
BOL
BBL
|
VIG Boek: Persoonlijke basiszorg 2
Module 8: Vitale functies en slaap - waakritme
- Bloedsomloop, hartslag en bloeddruk
- Observatie van de lichaamstemperatuur
- Ademhalingsstelsel en de observatie hiervan
MZ
Boek: Persoonlijke verzorging MZ
Thema 2: Lichamelijke verzorging
Thema 7: EHBO> Eerste hulp verlenen: de basis
- Vitale functies
- Stoornissen in het bewustzijn
- Oorzaken van bewusteloosheid
- Bewustzijn beoordelen
- Stoornissen in de ademhaling
- oorzaken van ademhalingsstoornissen
|
|
Opdracht
|
Basiskennis (herhaling)
VIG Module 8: Vitale functies en slaap - waakritme
- Bloedsomloop, hartslag en bloeddruk
- Observatie van de lichaamstemperatuur
- Ademhalingsstelsel en de observatie hiervan
Kennistoets B1-K1-W4 Lichamelijk onderzoek (onderdeel toets ADL 2)
MZ
Thema 2: Lichamelijke verzorging
- Lichamelijk welbevinden: vraag 3
Thema 7: EHBO
- Eerste hulp verlenen: basis
|
Verdieping of verrijking
VIG Boek: Persoonlijke basiszorg 2
Module 8: Vitale functies en slaap - waakritme
- Praktijksituatie
- Zelftoets
- Exit ticket
MZ
Thema 7: EHBO
- Praktijksituaties
- Themaopdrachten
- Test je kennis over EHBO
|
Achtergrondinformatie
Teachers only
Klik hier voor docenteninformatie
Naar boven